Je bekijkt nu De Actuariële berekening

De Actuariële berekening

Als u de BV laat uitkeren dient daar natuurlijk een berekening aan ten grondslag te liggen. Als u € 50.000 in uw BV heeft en u wilt een uitkering van € 5000 per maand gedurende 3 jaar dan gaat dat niet goed komen. Normaal gesproken is uw bv na 10 maanden gewoon ‘leeg’. Maar daarvoor heeft u geen actuariële berekening nodig. Dan kunt u ook wel op uw rekenmachine uitrekenen. De reden dat deze moet worden gemaakt is vanwege de regelgeving omtrent uitkeringen uit bv’s.

1%-sterftekansregel

Allereerst is er de 1%-sterftekansregel. In de periode dat u de uitkering uit de BV doet moet er statistisch een sterftekans aanwezig zijn. Deze regel leidt nog wel eens tot misverstanden. Het is niets persoonlijks en heeft niets met uw gezondheid te maken. Statistisch staat gewoon vast – althans dat wordt om de 4 jaar bijgesteld – wat de sterftekans is gedurende een bepaalde periode. Zo is deze van uw 10de tot uw 15de levensjaar zeer gering, bij lange na nog geen 1% maar mocht u ooit 95 jaar oud worden dan is de statistisch gezien waarschijnlijk de kans vrij groot dat u komt te overlijden binnen 5 jaar.

Welnu, de periode waarin u de stamrecht bv laat uitkeren moet deze kans minimaal 1% zijn. Dat betekent dat hoe jonger u bent hoe korter deze periode is en vica versa.

Rekenrente

Een nadere reden voor een AB is de rekenrente. Deze moet minimaal 4% zijn. Als u uit laat keren blijft er steeds een bedrag over in de BV. Dit bedrag kan op een bankrekening staan, of een gedeelte kan nog steeds belegd zijn. Hoe dan ook, de overheid gaat er van uit dat u er in ieder geval enig rendement op haalt. Hiervoor heeft men de rekenrente ingesteld. Met andere woorden voor datgene wat (nog) niet is uitgekeerd wordt u geacht 4% rendement te halen. Maar niet getreurd, als u dit rendement niet haalt – en laten we eerlijk zijn zonder aanzienlijk risico te lopen is dit geenszins mogelijk – wordt u er ook niet over aangeslagen. Hieronder een voorbeeld van een AB van een klant van mij:

Screenshot 2020-06-05 at 13.34.10

Deze meneer wilde een tijdelijk uitkering gedurende 3 jaar. Omdat waarde in de stamrecht bv hoger was wordt de contante waarde van de uitkeringen berekend. In dit voorbeeld is dit € 35.713. Echter omdat deze in 3 jaar aan de BV onttrokken wordt ook de contante waarde van de uitkeringen aan het einde van ieder kalenderjaar berekend.

Oprenting stamrechtkapitaal

Zodoende kan namelijk een juiste berekening worden gemaakt van de oprenting van het overige stamrechtkapitaal. Onderaan ziet u deze waardes. Omdat het stamrechtkapitaal in dit voorbeeld zoals u ziet opgerent dient te worden met 1,71% – dit percentage vindt u in u stamrechtovereenkomst – dient de boekhouder te weten welk bedrag er boekhoudkundig moet worden verrekend met in acht neming van de gedane uitkeringen.

Aanvullende stamrechtovereenkomst

Omdat in dit geval de uitkeringen niet als zodanig zijn opgenomen in de stamrechtovereenkomst moet hier ook een aanvullende stamrechtovereenkomst worden opgemaakt. Dit komt omdat in een reguliere stamrechtovereenkomst normaal gesproken alleen een recht op uitkeringen is opgenomen vanaf AOW-gerechtigde leeftijd (of sterker nog pensioengerechtigde leeftijd). Een gedeelte hiervan ziet u hieronder:

Screenshot 2020-06-05 at 13.54.44

Deze zaken zijn overigens niet voor uzelf. Bij controle van de belastingdienst dient u al deze bescheiden te overleggen. Ik zeg dit omdat we nog wel eens mensen tegenkomen die in de veronderstelling zijn dat je een stamrecht BV  zomaar mag laten uitkeren zonder dit op een juiste manier vast te leggen.

Rogier Kemme, Kemmelot Administraties

Laat een reactie achter