Een stamrecht bv hebben is één, maar een stamrecht bv uit laten keren is twee. Bij het uit laten keren van een stamrecht bv spelen drie overwegingen een belangrijke rol:
- Wanneer wil ik uit laten keren
- Hoe lang wil ik een uitkering genieten
- Hoe hoog moet deze uitkering zijn
- Welk bedrag kàn ik uit te laten keren
Over punt 4 heb ik het later in een ander blog, ik wil het nu met name over de eerste 3 punten hebben. Want dit zou ik niet alleen laten bepalen door wat er fysiek in de BV aanwezig is aan gelden.
Allereerst wordt dit bepaald door enkele wetten en regels. Zo zijn er 3 soorten uitkeringen:
- Overbruggingsuitkering
- Tijdelijke uitkering
- Levenslange uitkering
De eerste uitkering is een uitkering tot aan AOW-gerechtigde leeftijd. In principe kan dat iedere periode zijn zolang er maar aan de 1% sterftekansregel wordt voldaan (dit houdt in dat de periode waarin je uit laat keren statistisch gezien minimaal 1% kans hebt om te overlijden). Een verder onzinnige regel waar ik hier niet verder over uit zal wijden.
Een tijdelijke uitkering is een uitkering die op AOW-gerechtigde leeftijd ingaat en een vaste einddatum heeft. Bijvoorbeeld van 67 tot 72 jaar.
Een levenslange uitkering is een uitkering die zoals de naam al aangeeft levenslang loopt. Wel is het mogelijk de uitkering op twee personen af te sluiten zodat deze bij overlijden van de hoofdverzekerde voor bijvoorbeeld 70% overgaat op de partner.
Bij uitkeringen 1 en 2 gaat het om een simpele berekening. Er zijn 3 vooraf vast te stellen parameters; de duur, de hoogte en het beschikbare kapitaal. Twee van deze drie dienen als uitgangspunt. Het beschikbare kapitaal gedeeld door de duur bepaalt de hoogte of het beschikbare kapitaal gedeeld door hoogte van de uitkering bepaalt de duur. Bij voldoende aanwezig stamrechtkapitaal kan men echter vooraf volstaan met het bepalen van de hoogte en de duur van de uitkering.
Deze hoogte kan op zijn beurt weer het best worden berekend aan de hand van een financiële analyse. Hieronder ziet u een voorbeeld er van.
Overzicht inkomen stamrechtuitkering 2019-2024
In de berekening wordt meegenomen wat er al is aan inkomen. Zo kunnen er nog inkomsten zijn uit (uitgesteld) dienstverband, of pensioen. Maar ook de AOW kan worden meegenomen. Deze zaken zijn zo belangrijk omdat we in Nederland een progessief belastingstelsel hebben. Wat wil zeggen dat boven een bepaalde grens opeens meer belasting betaald moet worden.
Nu valt dat vóór de AOW-gerechtigde leeftijd nog wel mee maar na AOW-geregtigde leeftijd vervallen de sociale lasten.
Tabel inkomstenbelasting 2020 | ||
Belastingtarief | Belastbaar inkomen | Percentage |
Basistarief | t/m € 68.507 | 37,35% |
Toptarief | Vanaf € 68.507 | 49,50% |
Boven de belastingschijven tot aan AOW-gerechtigde leeftijd, hieronder die na AOW-gerechtigde leeftijd
Tarieven box 1 AOW-gerechtigden (geboren na 1946) | ||
Schijf | Belastbaar inkomen |
Percentage |
1 | t/m € 34.712 | 19,45% |
2 | Vanaf € 34.712 t/m € 68.507 | 37,35% |
3 | Vanaf € 68.508 | 49,50% |
Waar zit het grote verschil? Bij de eerste belastingschijf, te weten 17,90%. Belangrijk om hier rekening mee te houden.
Rogier Kemme, Kemmelot Advies